Steenmarter

Share this post

De lijst met natuurlijke vijanden van de honingbij is indrukwekkend en die lijst verschilt van land tot land. Zo hebben wij gelukkig geen last van kastkevers of grizzlyberen. Ik moet in dit verband nog wel eens denken aan die keer dat er grote vette kikker in het gras voor een van mijn kasten zat, die zo nu en dan met die typische onaangedane blik die kikkers nu eenmaal eigen is, de ene na de andere bij uit de lucht lebberde. Maar nu heb ik helaas een nieuwe vijand ontdekt, een vijand waarmee zelfs autobezitters de laatste jaren in toenemende mate te kampen hebben: de steenmarter.

Van bijenteeltleraar Rob Plomp, tegenwoordig woonachtig in de Achterhoek, kreeg ik een treurige foto toegestuurd. We zien een korf waar een groot rond gat in is gevreten. Rob was duidelijk onder de indruk en zal de foto rondgestuurd hebben onder het mom van ‘Moet je dit nou eens zien’. De bijen hebben het vermoedelijk niet overleefd. Ik wil hier nog wel de mogelijkheid openlaten dat hier een specht aan het werk is geweest en geen steenmarter, zoals Rob zei, maar dat weet ik niet zeker. Ik was bij de sloopwerkzaamheden namelijk niet aanwezig. Ook bij het nu volgende verhaal kan het goed zijn dat er een das aan het werk is geweest en geen steenmarter, maar kom daar maar eens achter.

Korte tijd na Robs foto trof ik op een van mijn bijenstanden een kleine ravage aan. Van een van mijn lattenkasten was de ijzeren plaat verwijderd en tal van latten lagen verspreid over de grond. Her en der lagen stukken raat. Ik zag meteen wat er gebeurd was, omdat ik het één keer eerder had meegemaakt: een steenmarter (?) had de achterkant van een van mijn lattenkasten opengetrokken en zich te goed gedaan aan het wintervoer. De bijen leken het gewoon overleefd te hebben, want ondanks alles klonk er uit de diepte een tevreden gemurmel dat bovendien wees op een wintertros van acceptabele omvang; ik had verder geen zin om het te controleren.

Ik maakte de boel in orde en ik fietste op en neer naar huis om spanbanden te gaan halen. Als ik spanbanden om de kasten zou aanbrengen, dan zou de steenmarter mijn bijtjes verder met rust laten, zo redeneerde ik.

Maar helaas. Een weekje of twee en een paar druilerige dagen later keerde ik zo maar zonder reden terug naar mijn bosstand om de toestand van mijn lattenkasten in ogenschouw te nemen. De puinhoop was nog veel groter. Het was dezelfde kast die de marter onder zijn klauwtjes had genomen. De spanband was doorgeknaagd, de dakpan lag op zijn kop, de ijzeren plaat lag op de grond, de kast was volgeregend, overal lagen latten waarvan ik er een paar niet meer teruggevonden heb, de kast was veel verder geopend dan de vorige keer en grotendeels leeggevreten. In de diepte geen tevreden gegons meer, maar een paar restjes dode bijen met de koppen in de cellen en een tapijt lijken op de bodem. Een ‘total loss’.

Nu weet ik even niet zo goed wat ik moet doen. Ik heb tot volgend voorjaar om na te denken, want de marters lijken vooral toe te slaan in de late winter en het vroege voorjaar, net als de vogels trouwens.

Laat een reactie achter