In plaats van een onderzetrand kunt u ook een honingkamer gebruiken, met een plank erop waarin u een gat heeft gezaagd met de binnenmaat van de korf. Het gaat erom dat de bijen onbelemmerd kunnen doorgaan met bouwen, mocht de korf te klein zijn geworden. Autobanden functioneren eigenlijk ook wel. Onderzetranden komen van pas als de jonge moer aan de leg is en het volk slaat weer aan het bouwen, als de korf uitgebouwd is en u wilt toch een voerbak plaatsen, als de heidedracht uitzonderlijk goed is, als u in september ‘naakte volken’ wil verenigen met een volk in een uitgebouwde korf en een enkele keer in het voorjaar als u om welke reden dan ook een groot broednest wilt hebben om het zwermen uit te stellen en een grote voorzwerm te krijgen.
Onderzetranden zijn lastig te maken; ze passen bovendien nooit. Teun Brekelmans geeft in zijn bekende boekje Korfvlechten de tip om een kring van spijkers in een plank te slaan en daar tenminste de eerste ring omheen te vlechten. Ik beschik zelf nota bene over een ronde vlechtstoel, maar ook daarmee vind ik moeizaam vlechten. Nogmaals, mocht het een keer voorkomen dat u een korf ruimte wil geven, zet er dan een honingbak onder met een plank met een groot rond gat ertussen. Van oude korven onderzetranden maken is misschien een beter idee. Het moet lukken om uit een oude korf twee ringen te halen.
Heide
Het volk op de foto heeft een onderzetrand van een oude korf die ik te wijd had gevlochten; u ziet het vlieggat nog zitten. De rand is geplaatst, kort nadat de doppen gebroken waren, dan wel de laatste nazwerm was afgekomen. Het volk behield duidelijk de moed en kreeg snel weer een leggende moer. Ondertussen ging het halen vrolijk door en werden de bouwwerkzaamheden hervat wegens ruimtegebrek.
Deze toestand is voor de heide-imker ideaal: zodra de heide begint te bloeien, dan snijdt u die nieuwe raatjes weg, waardoor u de bijen een beetje samenperst in de korf, en zo gaat u naar de hei, met de bedoeling om de korf helemaal te laten ‘verhoningen’, de moer te laten stoppen met leggen en een korf te krijgen die bijna niet meer te tillen is. Mochten de nieuwe uitstekende stukjes raat toch nog broed bevatten, dan kunt u die laten uitlopen door ze tegen een honingbak te plaatsen, bovenop een volk dat u een beetje wilt versterken voor de winter.
Alleen bij hoge uitzondering wordt er zo ontzettend veel honing verzameld op de hei, dat onderzetranden plaatsen mogelijk is. Het broednest kan zich onmogelijk zo snel verplaatsen en ónder het broednest kunnen dan prachtige spierwitte platen raathoning ontstaan. Het komt ‘een keer in de zeven jaar voor’, zeggen ze dan, met dat heerlijk mysterieuze getal zeven. Toch is het niet helemaal onwaar.
Voeren
Het wil ook wel gebeuren, maar niet vaak!, dat u een volledig uitgebouwde korf wil voeren. Ook in dat geval bewijst de onderzetrand goede diensten. Toch zou dat wel raar zijn. Een korf die helemaal is uitgebouwd in september, heeft meestal voldoende honing aan boord. Mocht u willen bijvoeren, dan kunt u meestal even goed de onderste raten wegsnijden tot aan de onderste spijlen.
Het bezwaar van een autoband is dat u een onneembare barrière creëert: ondanks het feit dat de bijen kunnen vliegen, maken ze de oversteek niet graag. Plaats dus stokjes, takjes of latjes tussen voerbak en autoband, zodat de bijen ongehinderd kunnen foerageren.
Een aardig voordeel van een onderzetrand in het voorjaar is misschien dat de doppen veel zichtbaarder zijn: verwijder de onderzetrand als de korf tuters heeft en u ziet alle doppen zitten met een oogopslag, ook de dieper in de korf gelegen doppen, die zonder rand opeens een stuk minder diep liggen.