Opmerkelijk eigenlijk dat de bijen de raten wel vastbouwen aan de wanden van de kast, maar niet aan de bodem.
De lattenkast heeft zoals bekend om die reden schuine wanden, maar er zijn nog twee andere zeer goede redenen. Door de schuine wanden krijgen je raten allicht ook schuine zijden. Daardoor wordt de raat veel steviger, omdat het zwaartepunt een stuk dichter bij de lat komt te liggen. Als de zijkanten recht waren geweest, dan had je de raat dus minder goed horizontaal kunnen houden. Verder zorgen de schuine wanden ervoor dat de raten zich onmiddellijk verwijderen van de wanden bij het verticaal optillen. Waren de kastwanden recht geweest, dan had je niet alleen veel meer raat moeten lossnijden van de kastwand, je had ook bij het uitnemen van de raten de hele weg omhoog raten langs de wanden geschuurd; dat had je veel voorzichtiger moeten doen.
Bij het openen van de kast zie je toch vaak, ondanks de schuine zijden, dat de bijen wat ‘braamraat’ hebben gebouwd tussen raat en kastwand. Meestal is het niet eens nodig om dit los te snijden, soms is een ingreep vereist. Een stuk vervelender wordt het als de raat ook nog blijkt vast te zitten aan de bodem. Hoe kan dat nou? De bijen bouwen de raten toch nooit vast aan de bodem?
Tenzij de imker de stukjes braamraat achteloos op de bodem van de kast laat slingeren… Dan kan het gebeuren dat de bijen zo’n stukje vastmaken aan de bodem, en aan de raat, waardoor de raat vastzit aan de bodem.
Het devies is dus om de wat grotere stukken braamraat toch maar van de bodem te verwijderen. Mocht het u toch een keer overkomen dat de raat vergroeid is met de kastbodem – en dat overkomt u geheid een keer – snijd de raat dan los met een korfmes. Dat korfmes is tevens perfect bruikbaar om stukjes braamraat van de kastbodem op te prikken.